In een klooster is er voor alle activiteiten een bepaalde tijd. Ook is er voor alles een eigen ruimte. De belangrijkste van deze ruimtes is de kapel, beschikbaar voor stilte, gebed en meditatie. Laten we beginnen om te kijken of we een kleine plek kunnen vinden waar we ons in stilte kunnen terug trekken om te bidden.
Ruimte om te bidden
Ergens in huis of schuur moet het wel mogelijk zijn zo’n plek in te richten. Een kleine kamer die over is of een afgeschermde hoek van een grotere kamer. Richt de ruimte zo in dat het aantrekkelijk is er steeds terug te keren. Als hij eenmaal eenvoudig is ingericht, houdt hem dan lange tijd zo. De ruimte krijgt dan iets intiems. Hij gaat aanvoelen als een cape die je omslaat en waarin je je thuis voelt. Het wordt een kleine schutse die je beschermt tegen het rumoer van de buitenwereld.
Inrichting
Het is van belang je bidplaats eenvoudig maar stijlvol in te richten. Je aandacht moet niet afgeleid worden door allerhande prullaria. Een paar voorbeelden van zaken die het bidden ondersteunen zijn: godslamp, kaars, opengeslagen bijbel, icoon. Een goed zit is van belang bijvoorbeeld op een meditatiebankje of een hoge kruk. Gedempt licht en het gebruik van natuurlijke materialen zijn tevens bevorderlijk voor een goede atmosfeer.
Is zo’n kleine ruimte echt niet te vinden dan is het nog mogelijk om een gebedskist te maken die, in welke ruimte dan ook, een kleine schutse schept.
Een tocht door het huis
Nu gaan we een tocht door ons huis maken. Er zijn mogelijk ruimten waar we eens kritisch naar moeten kijken. Zolders en kelders met spullen die we daar ooit hebben opgeborgen maar die we de laatste jaren niet meer hebben gezien. Volle schappen in vergeten kasten met allerlei dingen die we het afgelopen jaar niet in onze handen hebben gehad. Schuur en garage die meer dienen als rommelhok dan als werkruimte.
Ruimen
Nadat we alles eens kritisch hebben bekeken, is de volgende actie: ruimen. Een opgeruimde buitenkant is de eerste stap naar een ruimere binnenkant. De eerste rondgang kun je doen op basis van de vraag: Wist ik dat ik dit nog had? Bij ‘neen’: wegdoen.
Na een paar maanden volgt een tweede ronde met als vraag: Heb ik dit het laatste jaar nodig gehad en/of heb ik dit het komend jaar nodig? Bij ‘neen’, kan dit ook weg.
Wat nu nog over is en niet weg kan of mag, bergen we gesorteerd op in kisten, dozen, ordners of emmers alles voorzien van etiketten want je moet weten wat je hebt en waar het ligt. Gereedschap en materialen krijgen allen een vaste plaats zodat we de ergernis van zoeken en tijdverlies ook meteen kwijt zijn.
Goed gereedschap en een goede voorbereiding is het halve werk terwijl het schoon en opgeruimd achterlaten van de werkplek getuigt van oog hebben voor het hele werk. Het schenkt een gevoel van tevredenheid en toont respect voor de ander die van dezelfde plek gebruik wil maken.