De houten mens als dynamisch proces

Benoît Standaert schrijft in zijn boek ‘De Jezusruimte’ het volgende: “Je mag het kenproces beschrijven als cirkels die in elkaar grijpen en boven elkaar uitstijgen.

De buitenste ring

Het meest lichamelijke, positieve, ook historische (wat je ‘hard kunt maken’, zoals men pleegt te zeggen) vormt in mijn ogen de eerste cirkel.

De middelste ring

Deze eerste cirkel staat open voor een bredere en hogere realiteit. Noem het het psychische en breed culturele met zijn typen en antitypen, een veld rijk aan allerlei associaties, vrijer tegenover het ‘harde’, uniek historische van de eerste cirkel.

De binnenste ring

Een derde cirkel haakt in op de tweede, zoals de tweede in de eerste. Hij strekt zich nog breder uit dan de eerste twee. Het is de sfeer van het waarlijk geestelijke. Hiermee overstijgt hij radicaal de eerste cirkel. Hier breken de paradoxen door: winnen is verlies, zijn leven geven is redding. Wie zich vernedert, zal worden verheven…..

Het uitgespaarde midden

Nu zie ik nog een laatste cirkel die de drie andere overstijgt: de cirkel van het goddelijke. Deze cirkel is niet zomaar een vierde naast de andere drie. Het is mijn innerlijke overtuiging en perceptie dat deze cirkel de eerste drie doortrekt en van binnenuit schraagt.

De vierdimensionale mens

Bij onze zoektocht om Jezus te leren kennen is het goed om open te staan voor deze viervoudige dimensie. De kunst van het leven bestaat erin de eerste cirkel te verrijken met de tweede die zelf zoveel mogelijk door de derde is vervuld. Hierbij ontdekken we in de derde (dus de binnenste ring) hoe het goddelijke alles doortrekt en vernieuwt in de mate dat we ons eraan gewonnen weten te geven.

De levenskunst bestaat er zeker niet in – zoals men nochtans eeuwenlang heeft kunnen denken – dat we de eerste cirkel verlaten voor de tweede, en de tweede voor de derde. Het is net omgekeerd: we zullen het hoogste tot in het nederige en kleine, het onbeperkte tot in het beperkte laten zegevieren.

Niet het ‘spiritualiseren’ maar de gestadige ‘incarnatie’ is sinds Jezus onze ware opdracht. Er is weinig nodig om de geestelijke ruimte waarin de naam Jezus heerst te openen. Maar is zij eenmaal open dan komt het er wel op aan die ruimte te voeden zodat we geestelijk blijven groeien. De ruimte wordt gevoed door gebed, studie en concrete daden van naastenliefde – de herkenbare ‘drie pijlers van de wereld’.

De levenskunst van de christen bestaat erin gebed, studie en daad (ORA, LEGE et LABORA) dagelijks alternerend op elkaar te laten inwerken. Zo verkennen en beleven we de ruimte waarin Jezus stralend heerst, steeds intenser.”