
Topatleten zijn nooit tevreden over hun prestaties en blijven op zoek naar verbetering. Ze gaan tegelijk ook op een goede manier met tegenslagen om. Topatleten interpreteren tegenslagen als een motivatie om sterker terug te slaan. Ze worden ongeveer even vaak met tegenslagen geconfronteerd als hun collega-atleten. Het enige verschil is hun onverzettelijke houding.
De houding
Waarom is die houding van een topatleet nodig voor de mens die Jezus Christus wil volgen? Hij heeft van zichzelf gezegd: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven’. Deze weg is zeker niet zonder allerlei uitdagingen, gevaren en strijd. Daarentegen geeft dit leven ook inzicht in jezelf, vreugde over de vrijheid en vriendschap met gelijkgestemden.
Inzicht
Allereerst word je geconfronteerd met jezelf. Je denkt dat je jezelf kent. Na verloop van tijd echter ontdek je dat er allerlei schaduwzijden en duistere gebieden zijn die je liever niet bij jezelf ziet. Het ego wordt zich er pijnlijk van bewust dat het voor het grootste deel bestaat uit gebakken lucht. Je binnenwereld blijkt een wereld te zijn van concurrentie en prestatiedrang, een wereld van ‘ieder voor zich en ik eerst’, een wereld van begeerte, dominantie en manipulatie. Dat is even schrikken!
Op het ogenblik dat je dit opmerkt en hieraan iets wilt doen, heb je hulp nodig. Een atleet bereikt niet zonder hulp het doel. Zo is het ook niet mogelijk in je eentje zonder hulp de gevaren het hoofd te bieden. Het is duidelijk dat hierbij wel het een en ander komt kijken.