Jezusgebed, het vervolg

Doel van het Jezusgebed

In het begin kan je traagheid er debet aan zijn dat het niet erg wil met het gebed. Toch zal, als je niet opgeeft en in de omgeving van psalmen en evangelie blijft oefenen, er langzamerhand vertrouwen gaan groeien in degene die je aanspreekt met het Jezusgebed. Deze hele oefening is er namelijk op gericht een steeds diepere relatie met de Godmens Jezus te gaan beleven. Tevens is het een goed wapen op de weg van de deemoed, zoals Johannes zegt: ‘Hij moet groeien, ik minder worden’.  De bedoeling hiervan is ongetwijfeld: Hij moet in mij aan belangrijkheid winnen, en mijn ik en ego moet steeds minder belangrijk worden. Hier toont zich de wáre weg van de zelfverwerkelijking.

Moeilijkheid

We vestigen nog de aandacht op een belangrijk aspect wat een obstakel in de beoefening van het Jezusgebed kan zijn. De heilige Geest is degene die je dit gebed leert spreken en naar binnen wil brengen in je hart. De Geest echter is zeer fijn gevoelig en wijkt als we ons te buiten (blijven) gaan aan de ondeugden (zie: ‘de giftige bron). Om voortgang te boeken met het Jezusgebed zal het daarom ook nodig zijn de strijd aan te binden met de ondeugden of positiever gezegd: werk te maken van de deugden.

Lessen en praktijken van de vaders

‘Men moet dit gebed beoefenen in de stilte van zijn bidplaats, staande of zittend op een meditatiebankje of krukje. Het hoofd ietwat naar beneden, naar links gebogen, stil ademend en alle krachten concentrerend op één punt, nl. het bovenste uiteinde van het hart. Tracht dan met uw aandacht af te dalen van het hoofd naar het hart. Dit afdalen kan worden ondersteund door de adem te volgen van het binnentreden in de neus  op de weg naar de longen die zich ter hoogte van het hart bevinden. Het hart is immers de pneuma psychosomatische plaats waar de Geest van God zich aan de mens openbaart.

Deze oefening is vooral in begin moeilijk en hard. We moeten hier volharding tonen want eerst zullen we, zoals de vaders zeggen, duisternis vinden en ons benauwd voelen. De duivel zal alles in het werk stellen om ons van het Jezusgebed af te houden. Hou vol en laat je door niets en niemand weerhouden. Men moet er een bepaalde tijd voor vinden en nemen, bij voorkeur ’s morgens vroeg, ’s avonds of ’s nachts. Het beste zou zijn in de volstrekte stilte van de natuur, maar dat is helaas in onze moderne samenleving bijna niet meer mogelijk. Men moet veel nalaten (zie: ‘Leef als atleet’ en ‘Wees discreet in horen, zien en spreken’) en er zich op instellen dat alles gericht moet zijn op dit ene doel. Men moet nederigheid en gehoorzaamheid betrachten en zo mogelijk proberen een geestelijk leidsman te vinden met wie we onze belevenissen bespreken en aan wie we raad kunnen vragen.

Hoe te beginnen? Een bepaald aantal keren (met bijv. een tsjotki) of een vaste tijd ‘s morgens en ’s avonds. Eerst zacht uitspreken met de mond dan mettertijd meer innerlijk, in stilte dus, steeds onze aandacht richtend op het hart. Wij moeten als het ware voor de deur van ons hart staan en kloppen, totdat de genade van de heilige Geest voor ons de deur van het hart zal openen. We kunnen de toegang door geen enkel kunstmatige handeling forceren. Het is een zaak van genade; wij kunnen alleen waakzaam zijn bij de deur. Wanneer God ons deze genade waardig keurt, dan gaat de deur van ons hart open en gebeurt er iets wat we een wonder zouden kunnen noemen: we zien dan ineens de geestelijke wereld’.

Veel kun je betekenen voor mensen die hulp zoeken als de heilige Naam bezit genomen heeft van jouw hart en je met Paulus zegt: ‘Niet ik leef meer, maar Christus leeft in mij’.